Elektrificatie moet samengaan met afbouw van aantal auto’s

De Vlaamse regering kondigde een moedig voorstel aan om vanaf 2029 alleen nog elektrische auto’s in te schrijven. Meteen kwam er de reactie dat er niet genoeg laadpalen zullen zijn om dit zo snel te realiseren. Inderdaad, een volledige elektrificatie van ons wagenpark, zal maar lukken als ze gepaard gaat met een doordacht beleid om het autobezit af te bouwen. 

Het wegverkeer is verantwoordelijk voor zo’n 20% van de CO2-uitstoot. Het speelt dus een belangrijke rol in de realisatie van de klimaatdoelstellingen. Velen rekenen daarvoor op de elektrische auto. Die is bezig aan een steile opmars. Tussen 2016 en 2020 steeg de verkoop van elektrische auto’s van 2.000 naar 15.000 per jaar. Toch mogen we niet verwachten dat we binnenkort enkel nog elektrische auto’s kopen. Vier spelers bepalen hoe snel de autoverkoop vergroent: autofabrikanten, consumenten, de elektriciteitssector en de overheid. Geen van hen staat klaar om te zorgen voor een zeer snelle omslag naar elektrische auto’s. Zelfs met een exponentiële stijging naar 200.000 verkochte elektrische auto’s in 2027, dek je maar 40% van de markt af. Elk jaar worden er in België immers rond een half miljoen nieuwe voertuigen ingeschreven.

De elektrificatie komt te laat op gang

De auto-industrie is niet klaar om snel op grote schaal elektrische auto’s te produceren. Op enkele uitzonderingen na, plannen autofabrikanten door te gaan met fossiele auto’s tot een eind na 2030. Ze moeten nog ontwikkelkosten voor verbrandingsmotoren afschrijven en oude productielijnen vervangen. De huidige problemen om de productie van nieuwe elektrische auto’s op te schalen zijn niet enkel te wijten aan een tijdelijke verstoring van de markt ten gevolge van de pandemie. Batterijen vergen nieuwe mijnen voor metaalertsen en een hele omslag van de aanvoerketen van grondstoffen. Het is dan ook niet zeker dat de aankoopprijs van een elektrische auto snel zal dalen. Overheden worstelen met de uitbouw van laadinfrastructuur. De consument kijkt ondertussen de kat uit de boom. De hogere aankoopprijs en zorgen over hoe je een auto vlot geladen krijgt, doet de Belg aarzelen om volledig elektrisch te gaan. De producenten en verdelers van elektriciteit hebben de handen vol met de digitalisering van het net. Ze moeten investeren in de omschakeling naar hernieuwbare energie. Tegelijkertijd mag de elektriciteitsprijs niet toenemen.

Elektrificatie alleen lost het probleem niet op

De Belgen zullen de komende 10 jaar nog gemakkelijk meer dan 5 miljoen nieuwe auto’s kopen. Rekening houdend met de gemiddelde aankoopprijs van een auto, zullen wij daar samen ongeveer 175 miljard euro voor betalen. Om nog maar te zwijgen van de enorme milieu-impact die dit zal hebben ten gevolge van het grondstoffengebruik. Dit is veel geld en impact om te blijven zitten met de problemen van verkeersonveiligheid, ruimtegebrek, files en te hoog grondstoffengebruik. We moeten vooral minder auto’s kopen. Dit zal het gemakkelijker en goedkoper maken het wagenpark te vergroenen en de bijhorende infrastructuur uit te bouwen. Daarvoor is het nodig meer omgevingen te creëren die uitnodigen gebruik te maken van fiets of openbaar vervoer. Daar is ruimte voor nodig. Het hoge aantal (geparkeerde) auto’s staat dit echter in de weg. Zo zitten we gevangen in een autowereld die zichzelf in stand houdt.

Meer mobiliteit door minder auto’s

We moeten daarom meer mensen overtuigen geen auto (meer) aan te schaffen. Onze centrumsteden zitten in een goede uitgangspositie om daarvoor beleid uit te stippelen. Door de nabijheid van voorzieningen heb je daar minder vaak een auto nodig. In de steden zijn er voldoende autodeelsystemen voor mensen die maar af en toe een auto nodig hebben. De omslag naar een levensstijl die geen eigen (of tweede) auto vergt, is daar dus het gemakkelijkst te realiseren. Daarvoor moeten steden duidelijke keuzes maken. Formuleer als stad de ambitie om het aantal autobezitters tegen 2030 te halveren. Dan krijg je ruimte voor een herinrichting die verkeersveiligheid garandeert, ook voor de zachte weggebruiker. Dit creëert juist meer mobiliteit. Straten met minder auto’s zullen mensen vaker doen buitenkomen, te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer.

Een auto in Vlaanderen rijdt gemiddeld minder dan 15.000 km per jaar. Bij auto’s in de stad zal dit nog een pak minder zijn. Heb je geen auto nodig voor dagelijks woon-werkverkeer, dan is een deelauto in combinatie met fiets en openbaar vervoer een perfect alternatief. Voor wie weinig rijdt, is autodelen zelfs goedkoper dan rijden met een niet gedeelde auto. Bovendien heb je een breder aanbod aan voertuigen op maat.

Maak van gedeelde auto’s een hefboom voor een sociale mobiliteit

Autodeelorganisaties zien hun leden jaar na jaar stijgen. Ook het aantal fietsers neemt toe. Steden kunnen deze evolutie versnellen. Het parkeerbeleid biedt hiervoor een goede hefboom. Steden kunnen het gratis parkeren (ook voor bewoners!) afschaffen voor auto’s die niet gedeeld worden. Auto-eigenaars die hun auto delen, kunnen dan weer een premie ontvangen. Zo geef je een stimulans om het bestaande wagenpark efficiënter te gebruiken. Iedereen die dit wilt, blijft toegang hebben tot een auto, maar je kan iedereen bedienen met minder auto’s. Het parkeerbeleid biedt mogelijkheden tot maatwerk. Je kan starten met de wijken met de hoogste parkeerdruk en vandaar het systeem uitbreiden. Je kan uitzonderingen voorzien voor mensen met een laag inkomen. Je kan beginnen met bescheiden parkeertarieven en die stap voor stap verhogen. Je kan aan deelwagens minimale emissienormen opleggen. Op die manier kunnen de meest vervuilende auto’s afgedankt worden, en de betere gedeeld zodat niemand een auto hoeft te missen. Zo blijft de overstap naar auto’s die alsmaar minder uitstoten betaalbaar voor iedereen. De vrijgekomen ruimte moet dan effectief gebruikt wordt voor fietsen en openbaar vervoer. Zo stijgt het draagvlak voor een autoluwe buurt. Die zal immers zorgen voor meer mobiliteit, niet enkel voor de autobezitters, maar ook voor de mensen die geen auto hebben.

Het klimaat redden? Deel wat meer auto’s en jouw omgeving wordt er een stuk veiliger, socialer en klimaatvriendelijker van.

 

Opinietekst van John Wante, in naam van Dégage