Begin zomer 2022 mailde Elias Vercruysse ons met de vraag ‘of Dégage niet wil opstarten in Lokeren’? Elias en zijn gezin gebruikten Dégage reeds enkele jaren in het Gentse maar nu ze in Eksaarde (Lokeren) wonen, hoopt hij een groep mensen warm te maken om ook in Lokeren te starten met ‘dit dankbare initiatief’.
Na een rondvraag binnen de lokale LET’s-groep van Lokeren leek er alvast animo te zijn. In samenwerking met Avansa Waas en Dender, CC Lokeren, Marsereelfonds Lokeren, GROS Lokeren en FIT Moerbeke worden enkele infosessies met bijhorende promo in Lokeren gepland.
Hieronder het mooie verhaal van Elias over ‘hoe Dégage de weg voor me vrijmaakte naar een leven van verbinding voor buur en natuur!’
“Twee pogingen en rijbewijs op zak. “Blivn plakn” in Gent en ik ben niet alleen.
Voor alles gebruik ik de fiets. Iedere dag een beetje vakantie.
Studeren maakt plaats voor werken. Het pendelen kan beginnen.
We zijn twee Gentse verhuizingen rijker. Getjol van de bovenste plank.
Met een groot hart bereik je mensen van heinde en verre. NMBS-reizen blijkt niet altijd zo evident. Mama’s auto is een deuk rijker en de omweg naar West-Vlaanderen voor haar blik op 4 wielen begint serieus te knagen, zowel aan haar geduld als aan mijn groen hart.
De groene auto van Dégage parkeert zich in mijn alternatieve kring. Mijn nieuwsgierigheid maakt plaats voor enthousiasme.
Niet alleen de gezellige living van de vrijwilliger, maar natuurlijk ook zijn autodeelervaring met Dégage kon me moeiteloos overtuigen. Even rechts onderaan een krabbel en het leek of mijn vrouw en ik een huis hadden gekocht. Was het maar waar… al bleef het bij een hele deelautovloot.
De eerste Dégage-rit was spannend en natuurlijk liep de sleuteloverdracht in het honderd. Alle begin van iets moois is moeilijk zeker?
Twee Gentse verhuizingen verder, een Dégage-busje deed wonderen. Familiebezoeken in De Kempen moesten geen omweg meer maken langs West-Vlaanderen. Slechts 300 meter wandelen was voldoende. Ik kreeg er zelfs nog een fijne gebuur bij!
Het werken zwoel aan, tot in de late uurtjes. Gelukkig kon ik rekenen op de Dégage-auto van om de hoek of ik mocht het treinperron nog eens vergezellen voor de resterende nacht.
Ik ben drie Dégage-buurvrienden rijker en al snel bleek “Hot Orange”, die feloranje Volkswagen Golf mijn favoriete reispartner voor verre en iets minder verre verplaatsingen.
We konden sparen, want die kwartaalafrekeningen van Dégage konden bijlange na niet op tegen de prijs van een eigen wagen met jaarlijkse verzekerings -en onderhoudskosten.
Dat spaargeld moest natuurlijk op, grapje, en dus bracht een comfortabele Dégage-monovolume ons twee weken lang doorheen De Argonne en de Cévennen te Frankrijk. De auto-eigenaar was natuurlijk ook in z’n nopjes toen we het km-blad van de auto invulden bij thuiskomst.
Mijn oranjefelle “Hottie” en ik versleten nog enkele nodige km’s en zelfs een stevige zoen met de vangrail op de Gentse ring bracht me niet van m’n stuk. Dégage bood de nodige ondersteuning en ik kon op m’n beide oren slapen. Dromend over mijn volgende deelautorit.
Dégage bracht voor velen iedere dag een beetje vakantie toen ze ook een fietsdeelsysteem uitbouwde. 3 juli 2020, een prachtige dag waarop een elektrische bakfiets van Dégage zowel passagier, toen nog mijn vriendin en zijn bestuurder, ik natuurlijk, ons vlekkeloos tot aan het stadhuis van Gent bracht. We waren zo fier als ne gieter toen we er aankwamen.
Cohousen in Gent maakte plaats voor een yurtleven in Laarne. We waren blij verrast toen Wetteren ons de dichtstbijzijnde Dégage-auto kon bieden. De Dacia, die Rijckdom heette, bracht ons niet enkel van A naar B, maar bracht ook vrienden voor het leven.
Nieuwe, voor jullie bekendere oorden betekende voor ons nieuwe buren én nieuwe deelauto’s van Dégage, joepie… of toch niet? De auto van de schoonouders bood een oplossing in de Dégageloze regio waarin we waren terechtgekomen. Toch, het verlangen naar Dégage-buren was groot en zie ons hier nu allen zitten…
Klaar om ook hier het verschil te maken voor een betere wereld vol verbinding met elkaar! Delen maar!”
Elias Vercruysse